Op de vraag wat een mousserende wijn zo fruitig en sprankelend maakt is het antwoord vaak: Pinot Blanc. Deze inheemse Fransman is de fruitcocktail onder de druivenrassen en en komt vooral voor in Duitsland, Noord-Frankrijk en Noord-Italië waar de wijnen perzikkleurig en verfrissend en droog van smaak zijn. De druif wordt gebruikt voor het maken van stille, mousserende en dessertwijnen.
Wanneer je deze witte wijn drinkt herken je hem meestal aan zijn zachte zuren en opvallende fruitigheid. Aroma’s van appel, peer, pruimen en citroen kunnen voorbij komen. Ook kun je een vleugje amandel tegenkomen. Net als Chardonnay is deze druif erg beïnvloedbaar door het terroir en de kunsten van de wijnmaker. Afhankelijk van deze twee factoren kunnen de aroma’s erg verschillen.
De Pinot Blanc druif is verwant aan de Pinot Noir en Pinot Gris. De grootste aanplant van de druif is te vinden in Duitsland, Noord-Frankrijk en Noord-Italië. Ook buiten deze regio’s komt de druif voor in onder andere Oostenrijk, Amerika, Canada, Argentinië en Uruguay. In Californië wordt de druif gebruikt voor het maken van mousserende wijnen, terwijl hij in Canada wordt gebruikt voor het maken van ijswijn.